
Samenvatting ADRES functie
De ADRES functie in Excel kun je het adres ophalen van cel in een werkblad waarvan je het rij- en het kolomnummer opgeeft. In combinatie met de RIJ en KOLOM functies kun je de argumenten op geven voor de rij- en kolomnummers voor de ADRES functie.
Vertaling
Nederlands: ADRES()
Engels: ADDRESS()
Doel
Verkrijgen van een cel adres gebaseerd op de opgegeven rij en kolom.
Resultaat waarde
Een cel adres van het huidige of een opgegeven werkblad.
Syntaxis
= ADRES ( rij_getal; kolom_getal; [abs_getal]; [a1]; [blad_tekst] )
Argumenten
rij_getal – Een numerieke waarde die het rijnummer voor de verwijzing opgeeft.
kolom_getal – Een numerieke waarde die het kolomnummer voor de verwijzing opgeeft.
abs_getal – [Optioneel] Een numerieke waarde die het type verwijzing voor het resultaat opgeeft.
abs_getal | Resultaat |
1 of leeg | Absolute verwijzing |
2 | Rij absoluut, kolom relatief |
3 | Rij relatief, kolom absoluut |
4 | Relatieve verwijzing |
A1 – [Optioneel] Een logische waarde die de verwijzingsstijl a1 of R1K1 opgeeft. In de a1-stijl worden kolommen op alfabetische volgorde geplaatst en rijen gelabeld met een numerieke naam. In R1K1-verwijzingstype worden beide kolommen en rijen numeriek gelabeld. Als het argument a1 waar is of is weggelaten, retourneert de functie Adres een verwijzing van het type a1. Indien onwaar, retourneert de functie een verwijzing met R1K1-stijl.
blad_tekst – [Optioneel] Een tekstwaarde die de naam specificeert van het werkblad die moet worden gebruikt als de externe verwijzing.
Gebruik van ADRES functie
In het voorbeeld hierboven staan 4 formules met verschillende type verwijzing:
= ADRES ( 2 ; 2 ; 1 ) // Absoluut -> $B$2 = ADRES ( 2 ; 2 ; 2 ) // Rij absoluut -> B$2 = ADRES ( 2 ; 2 ; 3 ) // Kolom absoluut -> $B2 = ADRES ( 2 ; 2 ; 4 ) // Relatief -> B2
De formules van de laatste twee voorbeelden zijn:
= ADRES ( 10 ; 26 ) // Absoluut -> $Z$26 = ADRES ( 100 ; 100 ) // Absoluut -> $CV$100
Blad_tekst
Met blad_tekst kun je een verwijzing maken naar een ander werkblad.
= ADRES ( 2 ; 2 ;;; "Blad2" ) // verwijst naar-> Blad2. $B$2
Blad_tekst is optioneel. Als er geen waarde wordt opgegeven dan de functie verwijzen naar de cel in het huidige werkblad.